DE NIEUWE, BREEDUIT GLIMLACHENDE BANKBAAS-MENEER VAN DE S.N.S.-BANK (En een voorstel tot een basisinkomen gebaseerd op een "menselijke energie"-gebruik-standaard) Kees Deckers Februari 2013 De minister heeft het mis: 550.000,- euro is te weinig!  Hieronder zien wij de nieuwe baas van de S.N.S.-bank. Sympathiek ogend, nietwaar? Vooral ook omdat hij zo gul en breeduit glimlacht. Maar  waarom glimlacht die meneer nu eigenlijk zo breeduit?  De Volkskrant berichtte op haar webplek: "Nieuwe baas SNS krijgt 550.000 euro per jaar" (internetreferentie (04-02-13): http://www.volks  krant.nl/vk/nl/12404/Staat-nationaliseert-SNS-Reaal/article/detail/3387003/2013/02/01/Nieuwe-baas-SNS-krijgt-550-000-euro-per-  jaar.dhtml?utm_source=scherm1&utm_medium=button&utm_campaign=Cookiecheck). Ja, dan is het natuurlijk wel begrijpelijk dat deze  meneer zo breeduit glimlacht.  Waarom krijgt hij zoveel? Omdat ene minister Dijsselbloem vindt dat dit de beloning is "die betaald moet worden voor de kwaliteit die nu  nodig is aan de top van SNS". Die minister vindt de beloning niet te hoog, omdat het al veel minder is, dan de voorganger van de breeduit  glimlachende meneer kreeg. En ook nog eens "bescheiden" vergeleken bij wat andere bankbaas-meneren nog altijd krijgen.  Maar laten we even goed doordenken. Als de kwaliteit inderdaad af te meten is met en bepaald kan worden door de hoogte van de beloning,  zoals deze minister suggereert, dan maakt hij een grove fout. Want de voorganger van de nieuwe, breeduit glimlachende bankbaas-meneer  van de S.N.S. kreeg een hogere beloning per jaar. Hij leverde dus meer kwaliteit. En de nieuwe, breeduit glimlachende bankbaas-meneer  moet nu de problemen oplossen, die door die kwaliteit van zijn voorganger is veroorzaakt. Er is derhalve nog meer kwaliteit nodig. En dus  een nog hogere beloning. Daarnaast krijgen de bankbaas-meneren van andere banken ook een beduidend hogere beloning dan de nieuwe,  breeduit glimlachende bankbaas-meneer van de S.N.S. Ze leveren derhalve ook beduidend meer kwaliteit. Dat is dus niet goed doordacht  door die minister. Want zo kan er nooit voldoende kwaliteit geleverd worden voor de situatie waarin de S.N.S. verkeert en kan de S.N.S.  natuurlijk nooit op tegen die andere banken. Kortom: 550.000,- euro per jaar is te weinig.  Zomaar wat eenvoudige rekensommetjes  De nieuwe bankbaas-meneer van de S.N.S. krijgt als beloning, al vooraf bepaald, dat moet, anders krijgen we geen kwaliteit, 550.000,- euro  per jaar. Laten we eens even wat eenvoudige rekensommetjes loslaten op dit bedrag.  Er zitten 365 dagen in een jaar. De breeduit glimlachende meneer gunt zichzelf elk weekeinde vrij, want hij moet nu en dan toch wel wat rust  hebben om het hoge kwaliteitsniveau dat hij gaat vertonen te kunnen volhouden. Dat betekent dat hij 52 weken x 2 dagen = 104 dagen  vrijaf krijgt. De andere 365 dagen - 104 dagen = 261 dagen gaat hij werken. Met een bedrag van 550.000,- euro gedeeld door 261 dagen  krijgt deze meneer dus 2.107,28 euro per dag.  We rekenen nog even verder. Want wat krijgt deze breeduit glimlachende meneer nu per uur? Dat hangt natuurlijk af van hoeveel uren hij  per dag werkt. Laten we beginnen met een redelijk onwaarschijnlijk te noemen aantal uren per dag: 24. 2.107,28 euro per dag gedeeld door  24 uur = 87,80 euro per uur. Laten we daarnaast een wat minder onwaarschijnlijk aantal uren per dag stellen: 12. 2.107,28 euro per dag  gedeeld door 12 uur = 175,60 euro per uur, precies het dubbele. En laten we ook nog het bedrag per uur berekenen als die breeduit  glimlachende bankbaas-meneer zelf toch vindt dat 8 uur per dag voor hem ook wel genoeg is, en voldoende om de kwaliteit te garanderen  "die nu nodig is aan de top van SNS". Dan krijgt hij 263,41 euro per uur.  Laten we nu eens kijken naar andere mensen in Nederland, die niet "aan de top van SNS"-en werken. De webplek "Gemiddeld Inkomen.nl"  schat het gemiddelde, ook wel modale, inkomen van Nederlanders voor 2013 op 33.000,- euro.  Internetreferentie (04-02-13): http://www.gemiddeld-inkomen.nl/modaal-inkomen Let wel, er zijn zeer veel mensen in Nederland, die zelfs dik onder dat bedrag ontvangen.  Maar om het eenvoudig te houden, kijken we even alleen naar de mensen met dat geschatte modale inkomen. Voor mensen met minder  inkomen zijn de verschillen tenslotte alleen maar groter. We beperken ons wel even tot alleen werknemers. De meeste mensen mogen als  werknemer verplicht geen 12 uur per dag werken, maar hoogstens 8. En ze zijn ook verplicht om behalve weekeinden nog tenminste 20  vacantiedagen te vieren. Ik vermoed trouwens dat de breeduit glimlachende, nieuwe bankbaas-meneer van de S.N.S. ook wel vacantiedagen  opneemt. Maar dat laat ik hier buiten beschouwing, omdat dat namelijk alleen maar betekent dat hij nog meer per uur en per dag krijgt dan  ik al heb uitgerekend. En we gaan er maar even van uit dat het een meneer is, die om kwaliteit te garanderen, wat meer dagen werkt. Dus  de meeste mensen werken per jaar verplicht 365 dagen - 104 weekeindedagen = 261 dagen - 20 vacantiedagen = 241 dagen. Met een  modaal inkomen van 33.000,- euro gedeeld door 241 dagen krijgen zij 136,93 euro per dag. Per uur is dat 136,93 gedeeld door 8 = 17,11  euro. In een klein geld- of zogenaamd financieel plaatje ziet het er als volgt uit:  We zien dat de bankbaas-meneer bij een 12-urige werkdag 10 keer zoveel per uur krijgt dan de gemiddeld of modaal loonverdiener van  Nederland. En bij een 8-urige werkdag zelfs 15 keer zoveel. Geen wonder dat de bankbaas-meneer zo gul en breeduit glimlacht. Maar zijn  mede-bankbaas-genoten glimlachen waarschijnlijk nog breder uit. Tenslotte krijgen zij nog steeds veel meer.  Energie en arbeid  Maar laten we voor één keer echt eerlijk zijn. In feite draait alles om energie. De mens bestaat er zelf uit. Haar hele omgeving bestaat eruit.  En kort gesteld bestaat het hele leven van een mens uit het uitwisselen van energie met haar omgeving, uit het nemen en geven van energie  nodig om te kunnen leven. Die voort-durende uitwisseling van energie met haar omgeving is nodig om zo lang en zo prettig mogelijk te  kunnen leven. We noemen dat levensonderhoud.  De mens bestaat uit een beperkte hoeveelheid energie. Heel veel van die energie is nodig om lichamelijk gezond, prettig en lang te kunnen  leven. Elke mens moet om zijn lichaam van moment tot moment gezond te houden energie uitwisselen met zijn omgeving in een voort-  durend gebeuren van geven en nemen. Dat betekent dat letterlijk alles wat de mens met zijn lichamelijke energie doet gericht is op het  onderhouden van zijn leven, op levensonderhoud. Letterlijk alle energie-gebruik door de mens is bestemd voor onderhoud, oftewel werk,  arbeid. Van ademhalen, voedsel verteren en zweten tot bewegen, tillen en vooruit denken.  Letterlijk àlle levensonderhoud is werk. Dat blijkt ook uit de definitie voor energie, die we bijvoorbeeld terugvinden in de Nederlandstalige  Wikipedia:  Energie Energie is een natuurkundige grootheid. ... Energie wordt vaak aangeduid als de mogelijkheid om arbeid te verrichten, of ruimer: de mogelijkheid om een verandering te  bewerkstelligen.  Internetreferentie (07-02-13):  http://nl.wikipedia.org/wiki/Energie  In dit citaat over energie staat niet alleen dat energie nodig is om arbeid te kunnen verrichten, nee, sterker nog, energie wordt vaak  aangeduid als "de mogelijkheid om arbeid te verrichten". Dus onvoldoende of geen energie, dan onvoldoende of geen mogelijkheid om arbeid  te verrichten. Energie is ook "de mogelijkheid om een verandering te bewerkstelligen". Dat betekent dat letterlijk elke lichamelijke  verandering bij de mens ook veroorzaakt wordt door energie, door gebruik van energie. Dat betekent dat adem halen energie gebruikt, dat  opstaan uit bed energie gebruikt, dat sokken stoppen energie gebruikt, evenals fietsen, je neus leeg eten en de vuilnis buiten zetten. Dat zijn  namelijk allemaal veranderingen, en die worden bewerkstelligd door de mogelijkheid, die wij energie noemen. Elke beweging is verandering,  dat betekent dat ook elke beweging wordt veroorzaakt door energie. Het betekent ook: Onvoldoende of geen energie, dan onvoldoende of  geen mogelijkheid om bewegingen te verrichten.  We hebben nu geconstateerd dat elke verandering en elke beweging van ons menselijk lichaam wordt bewerkstelligd door energie. En alle  arbeid, alle werk, die een mens kan verrichten, bestaat uit allerlei veranderingen en bewegingen en wordt daarmee ook bewerkstelligd door  energie. Elke verandering, elke beweging en alle arbeid gebruikt energie.  Arbeid, de daadwerkelijk betekenis en de verengde betekenis  Arbeid is dus slechts mogelijk bij de gratie van energie. Ook alle menselijke arbeid. En met menselijke arbeid, bedoel ik hier, elke lichamelijke  verandering en elke beweging, die bij een mens tijdens diens leven, bewust zowel als onbewust plaatsvindt. Het totale leven van de mens  bestaat louter uit lichamelijke veranderingen en bewegingen, bewust zowel als onbewust, en daarmee uit arbeid en werk. Als dat allemaal  stopt, dan is die mens dood. Dit is een definitie van menselijke arbeid, die veel meer omvattend is dan de definitie van menselijke arbeid, die  sinds met name de Industriële Revolutie in de westerse wereld is toegepast. Ze stelt dat letterlijk alle levensonderhoud van een mens arbeid  is. Niet alleen die 8, 10 of 12 uur gemiddeld per dag, dat mensen zogenaamd arbeiden en werken voor anderen. Het eigen huishouden doen,  van bedden opmaken, stofzuigen en op driehoog buiten het raam hangend ramen lappen tot kleding wassen, dat alles is arbeid.  Het zijn zogenaamde werkgevers, politici en wetenschappers, die het nodig vinden om via woordspel het woordje arbeid echter nog een  andere betekenis te geven. Een sterk verengde betekenis. Zij willen dat het woordje arbeid eigenlijk alleen betekent: Werk dat je voor een  ander, een zogenaamde derde partij, doet, waarvoor je dan op grond van een zogenaamd in een wet vastgelegd recht een bedrag aan geld  betaald krijgt. Of beloond wordt, zoals die nieuwe, breeduit glimlachende bankbaas-meneer van de S.N.S. Die term "derde partij" is  essentieel voor wetenschappers, politici en werkgevers, omdat alle arbeid die je voor jezelf doet, de eerste partij, daarmee geen arbeid is en  dus niet hoeft te worden betaald. En omdat alle arbeid die je voor je directe en zelf je uitgebreide familie, de tweede partij, doet, daarmee  geen arbeid is en dus niet hoeft te worden betaald. Nee, alleen arbeid die je voor een derde partij doet, is arbeid en wordt betaald of  beloond. Het is daarom ook dat bij de definitie die onder andere de Nederlandstalige Wikipedia geeft voor de daadwerkelijke betekenis van arbeid het  woordje natuurkunde wordt toegevoegd: Arbeid (natuurkunde) Arbeid is in de natuurkunde een maat voor het werk dat gedaan wordt, of de inspanning die door een krachtbron geleverd wordt bij verplaatsing van een massa.  Internetreferentie (07-02-13):  http://nl.wikipedia.org/wiki/Arbeid_%28natuurkunde%29  In feite wordt slechts slim woordspel gespeeld door de toevoeging van het woordje natuurkunde. Men wil daarmee bereiken dat het woordje  arbeid, zoals dat in de natuurkunde wordt toegepast, niet alleen onderscheiden, maar beter nog, zelfs gescheiden wordt van het woordje  arbeid, zoals dat door werkgevers en politici gebruikt wordt om een sterk verengd idee en beeld over menselijke arbeid en werk te kunnen  definiëren. Maar dat is natuurlijk pure onzin. We kunnen heel eenvoudig het woordje natuurkunde wegstrepen uit het citaat. Ten eerste  omdat alles natuur is, ook de mens. En daarmee is dus ook elke beweging, die hij maakt, elke handeling en of arbeid, die hij verricht, puur  natuur. Ten tweede, omdat we uit het eerdergenoemde citaat over energie weten, dat verandering, beweging en arbeid alle slechts mogelijk  zijn door energie, wat een natuurkundige grootheid wordt genoemd. Ik daag bij deze iedereen uit om mij iets te noemen dat niet uit energie  bestaat, en ik daag bij deze iedereen uit om iets te noemen dat zonder energie arbeid kan verrichten.   We lezen nu het volgende met betrekking tot arbeid:  Arbeid  Arbeid is een maat voor het werk dat gedaan wordt, of de inspanning die door een krachtbron geleverd wordt bij verplaatsing van een massa.  Nog iets anders gesteld, lezen we:  Arbeid  Arbeid is een maat voor het werk dat gedaan wordt, of de inspanning die door een krachtbron, zoals de mens, geleverd wordt bij verplaatsing van een massa of bij het  verwerken/omzetten van de ene soort van energie in een andere soort van energie.  Maar, zoals gezegd, in de vernauwde betekenis, die werkgevers, politici en wetenschappers aan het woordje arbeid geven is werk, arbeid dat  je voor jezelf doet geen arbeid of werk.  Of zoals het op de Nederlandstalige Wikipedia wordt gesteld:  Arbeid (economie) Arbeid is het verrichten van bezigheden die nut hebben voor diegene die de arbeid verricht, voor zijn of haar naaste omgeving en/of voor de maatschappij als geheel.  Deze ruime definitie is van de socioloog Mok, maar er zijn ook beperktere waarin betaling voor de activiteit als voorwaarde wordt gesteld. Onbetaalde arbeid wordt  daarbij dus niet als arbeid gezien. In ruimere zin kan echter onderscheid worden gemaakt tussen betaalde en onbetaalde arbeid en formele en informele arbeid. Informele  arbeid wordt niet geregistreerd door overheidsinstanties en er wordt belasting afgedragen.  Internetreferentie (07-02-13):  http://nl.wikipedia.org/wiki/Arbeid_%28economie%29  De terechte en nog allesomvattende definitie die de socioloog Mok geeft voor menselijke arbeid is nog duidelijk gebaseerd op de  natuurkundige betekenis van arbeid. Ze wordt door wetenschappers, politici en werkgevers zo snel mogelijk in stukken gehakt, waarbij arbeid  met toevoeging van het woordje economie verengd wordt tot alleen het werk dat mensen doen "voor de maatschappij als geheel". Het  toepassen van deze sterk verengde betekenis is dè manier, waarop met name in de westerse wereld vrouwen al eeuwenlang dus schijnbaar  niet werken, schijnbaar geen arbeid verrichten. Het is ook dè manier, waarop thans vele mensen verplicht zogenaamd vrijwilligerswerk doen,  terwijl ze daarmee hun eigen betaalde werkmogelijkheden letterlijk van zichzelf stelen. Eigen levensonderhoud is geen werk en geen arbeid  wordt gesteld, evenals vrijwilligerswerk geen werk is, want: "Onbetaalde arbeid wordt daarbij dus niet als arbeid gezien".  Omhoog Volgende pagina