HEBBEN ASTRONOMEN BEWIJS GEVONDEN VAN EEN BUITENAARDSE DYSONSFEER? 21 oktober 2015 Kees Deckers In de hemel boven het Noordelijk Halfrond bevinden zich twee sterrenstelsels, Cygnus, de Zwaan, en Lyra, de Lier.  Daartussenin bevindt zich een ster, die met het menselijk oog niet gezien kan worden. Zij kan wel gezien worden met behulp van de Kepler  RuimteTelescoop, die er vanaf 2009 naar heeft gekeken. De ster is KIC 8462852 gedoopt en bevindt zich op 1.500 lichtjaar van de Aarde.  Kortgeleden zijn er een aantal artikelen verschenen, die melding maken van ongewone objecten rond deze ster. Zo ongewoon dat de  wetenschappers die de ster onderzoeken nu zelfs zoeken naar de allerlaatste verklaring waaraan zij zich gewoonlijk wagen. Als zij dat al  durven. Wat is er aan de hand? In het artikel "The Most Mysterious Star in Our Galaxy" (De Meest Mysterieuze Ster in onze Melkweg) van 13 oktober jongstleden, schrijft  verslaggever Ross Andersen: "We hadden nog nooit iets gezien zoals deze ster," zei Tabetha Boyajian, die postdoctoraal onderzoek doet aan Yale. "Het was werkelijk bizar. We dachten dat het  misschien slechte gegevens waren of beweging op het ruimtevaartuig (red.: van de Kepler RuimteTelescoop), maar alles werkte goed."  Kepler was op zoek naar kleine verminderingen in het licht uitgestraald door deze ster. Sterker nog, het was op zoek naar deze verminderingen in licht van meer dan  150.000 sterren tegelijk, omdat deze verminderingen vaak schaduwen zijn, die geworpen worden door langstrekkende planeten. Speciaal wanneer ze zich periodiek  herhalen, wat je verwacht als zij worden veroorzaakt door rondcirkelende objecten.  De Kepler RuimteTelescoop verzamelde een grote hoeveelheid licht van al die sterren die het observeerde. Zo veel licht dat het wetenschapsteam van Kepler het niet  allemaal kon verwerken met algoritmes. Ze hadden het menselijk oog nodig, en menselijke kennis, die onovertroffen blijft in bepaalde vormen van patroonherkenning. De  astronomen van Kepler besloten Planet Hunters (http://www.planethunters.org/) op te richten, een programma dat "burger-wetenschappers" vroeg om lichtpatronen  uitgestraald door sterren te onderzoeken vanuit het comfort van hun eigen huis.  In 2011 vlagden verscheidene burger-wetenschappers één bepaalde ster als "interessant" en "bizar". De ster straalde een lichtpatroon uit dat vreemder leek dan alle andere  sterren die Kepler in de gaten hield.  Meerdere natuurlijke verklaringen zijn onderzocht, maar op één na past geen enkele precies  De lichtafzwakkingen zijn te extreem en te onregelmatig om het gevolg te zijn van alledaagse, voorlangstrekkende exoplaneten. Een  voorlangsgaan veroorzaakt gewoonlijk dat de helderheid van een ster afzwakt met minder dan 1 procent. En dat periodiek, daar de exoplaneet  regelmatig om de ster heen draait. Maar deze ster vertoont enorme verminderingen in helderheid, tot aan 22%, die niet eenvoudig het  resultaat kunnen zijn van een planeet. En het verschijnsel lijkt niet periodiek plaats te vinden.  Wat wordt geobserveerd lijkt op een puinhoop aan materie die in een strakke formatie om de ster cirkelt. Als de ster jong zou zijn, zou dit te  verwachten zijn, omdat jonge sterren vaak een rommelige stofschijf om zich heen hebben draaien. Onze ster, de Zon, had dat ook, voordat de  zwaartekracht het organiseerde in planeten en ringen van rots en ijs. Maar als KIC 8462852 jong zou zijn zou het stof extra infrarood licht  uitzenden. Dat is niet het geval. Dus de ster lijkt volwassen.  Er is in september een studie verschenen "Planet Hunters X. KIC 8462852 - Where's the flux?" (http://arxiv.org/pdf/1509.03622v1.pdf),  waarin allerlei natuurlijke verklaringen zijn onderzocht. Maar geen enkele ervan past precies. Op mogelijk één na: Als een andere ster door het  ongewone sterrestelsel passeerde kan deze een zee van zogenaamde exo-kometen naar binnen hebben getrokken en zouden die het zwakkere  schijnen kunnen veroorzaken.  Tabetha Boyajian is daar echter niet voldoende tevreden over. Ze denkt behalve aan natuurlijke verklaringen ook aan een cultuurlijke. De  mogelijkheid dat het ongewone fenomeen veroorzaakt wordt door een BuitenAardse Beschaving. Ze heeft daartoe contact opgenomen met  andere wetenschappers.  Ze werkt nu samen met Jason Wright, een astronoom van de Penn State universiteit, en met Andrew Siemion, de directeur van het S.E.T.I.  Research Center aan de universiteit van California, Berkeley. Wright zei: "BuitenAardsen dienen altijd de allerlaatste hypothese te zijn, die je  overweegt, maar dit lijkt op iets dat je zou verwachten dat een BuitenAardse Civilisatie zou bouwen."  Gedrieën schrijven ze een voorstel. Ze willen een reusachtige radio-schotel op de ongewone ster richten om te zien of het radiogolven  uitstraalt op frequenties, die geassocieerd worden met technologische activiteit. Als zij een omvangrijke hoeveelheid aan radiogolven zien,  zullen zij vervolgens de Very Large Array (de Zeer Grote Reeks (aan radio-schotels)) van Nieuw-Mexico gebruiken, die misschien in staat is om  te ontdekken of de radiogolven uitgestraald worden door een technologische bron.  "Als we iets opwindends zien, kunnen we de directeur om speciaal toegewezen tijd vragen op de V.L.A.", aldus Wright.  Iets opwindends, waaraan gedacht wordt is een zogenaamde Dysonsfeer.  Een mogelijk cultuurlijke verklaring: De Dysonsfeer  Uit het Nederlandstalige artikel "De zoektocht naar buitenaardse megastructuren" van 23 juni 2013 door Olaf van Kooten  (http://www.astroblogs.nl/2013/06/23/de-zoektocht-naar-buitenaardse-megastructuren/), een vertaling van het artikel "Hunting for Alien  Megastructures" door Markus Hammonds op 24 mei, 2013 op de webplek "Universe Today" (http://www.universetoday.com/102348/hunting-  for-alien-megastructures/#ixzz2UF94U07T) het volgende over de Dysonsfeer:  Bij de zoektocht naar buitenaards leven denken de meeste mensen aan SETI-achtige zoektochten naar radiotransmissies. Maar zou het ook op andere manieren kunnen?  Misschien heeft een supergeavanceerde beschaving structuren gebouwd die groot genoeg zijn om door ons te worden gezien….  …In 1960 heeft Freeman Dyson een artikel gepubliceerd met als naam Zoektocht naar Kunstmatige Stellaire Bronnen van Infrarode Straling. Zijn suggestie was dat  megastructuren die rond sterren zijn gebouwd, meer infrarode straling afgeven dan ze theoretisch gezien horen te doen. De oplossing was simpelweg te zoeken naar  bronnen van infrarode straling die een kunstmatige herkomst lijken te hebben.  Dyson kwam met het idee dat geavanceerde beschavingen een enorme hoeveelheid energie nodig hebben om zichzelf te onderhouden. Een mogelijke methode is het  bouwen van een enorme zwerm satellieten, die een gehele ster omsluiten en alle energie van de ster in zich opnemen - een concept dat later bekend zou worden als de  Dyson-sfeer. Hoewel het concept niet erg serieus werd genomen door Dyson zelf, heeft het daarna voldoende aandacht gekregen, bijvoorbeeld van science fiction  auteurs…. …Helaas is het zoeken naar infrarood licht niet voldoende. Vele sterren zijn omgeven door een stofschijf die behoorlijk wat infrarode straling uitzenden. Om een Dyson-  sfeer te vinden moet je zoeken naar een specifieke infrarode handtekening, dat is uitgezonden op precies de juiste golflengten. Dat is precies wat momenteel gedaan wordt  bij een project van Fermilab. Astronomen scannen regelmatig de nachthemel om te kijken wat ze kunnen vinden, en een team van Fermilab is actief aan het zoeken naar  Dyson-sferen in de infrarode gegevens. Ze hebben momenteel een handvol kandidaten gevonden, maar nog niets definitiefs. Nog niet.  Een relatief simpel arrangement van meerdere Dyson-ringen (…), die een meer complexe Dyson-zwerm vormen. De omloop-radii van de ringen zijn liggen op een afstand van 1,5×107 km. Van elkaar, maar de gemiddelde omloop-radius is nog altijd 1 A.U. (Red.: Astronomische Eenheid = ongeveer 149,6 miljoen kilometer). De ringen zijn ten opzichte van elkaar 15 graden geroteerd, rond een gemeenschappelijke rotatie-as (https://en.wikipedia.org/wiki/Dyson_sphere). Een Dyson-bel, overgenomen van de webplek "EnergyPhysics" (http://energyphysics.wikispaces.com/Proto-Dyson+Sphere) Het is dus duidelijk dat de Dysonsfeer al langere tijd door wetenschappers als een reële mogelijkheid in de gaten wordt gehouden.  Op de webplek "Gizmodo" beargumenteert Anders Sandberg, een onderzoeker, futurist, transhumanist en schrijver, in het van 20 oktober  daterende artikel "What Are the Odds of an Alien Megastructure Blocking Light From a Distant Star?" (Wat Zijn de Kansen dat een BuitenAards  Megastructuur het Licht van een Verre Ster Blokkeert?) (http://gizmodo.com/what-are-the-odds-of-an-alien-megastructure-blocking-li-  1737529525):  Zulke structuren zouden steeds meer ruimte in beslag nemen totdat zij uiteindelijk de hele ster als een bol zouden bedekken. Echter een volledige sfeer zou onzichtbaar  zijn voor Kepler, omdat het alle licht van de ster zou absorberen, dus tekenen hiervan zouden moeten komen van iets dat momenteel in aanbouw is.  Kan dit zo zijn? Ik betwijfel het. Mijn basis-argument is het volgende: Als een civilisatie een Dysonsfeer bouwt, zal de sfeer waarschijnlijk slechts korte tijd klein blijven.  Evenals planetaire botsingen zo zeldzaam zijn, dat we niet moeten verwachten er één te zien met Kepler, is de tijd die nodig is om een Dysonsfeer te maken ook erg kort:  Het zien tijdens de constructie is zeer onwaarschijnlijk. Zelfs als we weten dat een Dysonsfeer gebouwd zou gaan worden in een zonnestelsel, zou de kans hier  daadwerkelijk getuige van te zijn laag zijn.  Hoe weten we dit? Om een Dysonsfeer te bouwen, moet men een nabij lichaam, zoals een planeet, uit elkaar halen, om het materiaal op te leveren voor de  zonnecollectoren. In een recent met een collega geschreven verhandeling, hebben we berekend dat het uit elkaar halen van Mercurius om een gedeeltelijk Dysonschil te  maken in 31 jaar gedaan kan worden. Eén manier om dit te doen, is door de planeet mechanisch uit elkaar te halen, net zoals we doen in onze aluminium- en staal-  industrieën. Vanuit deze industrieën weten we al veel over de energie-kosten voor dergelijk werk, dus de truc is om reeds gedolven materiaal te gebruiken om meer  mijngereedschap te bouwen en zonnecollectoren om dit (gereedschap) aan te drijven, waarbij een exponentiële terugkoppeling wordt gerealiseerd.  Sandberg meent daarom dat om een redelijk hoge kans te hebben om een incomplete schil te observeren, er sprake moet zijn van een  buitengewoon trage bouw van de sfeer. Hoewel dit niet onmogelijk is, lijkt het hem nogal onwaarschijnlijk, gezien hoe leven en maatschappijen  geneigd zijn te groeien.  Hij oppert tot slot andere BuitenAardse structuren. Zo noemt hij BuitenAaardse Beschavingen die materiaal van asteroïden uitsorteren met  behulp van de druk van licht, of die een klimaat weten te bewerken met schermen of spiegels, of die reizen door gebruikmaking van  zonnezeilen. Hoewel de meeste van deze gereedschappen klein zijn ten opzichte van sterren, kan Kepler ze misschien detecteren als er genoeg  van zijn, zo stelt hij. Een andere studie heeft de mogelijkheid berekend om "stellaire motoren" te detecteren. Dat zijn gigantische spiegel-  reeksen om complete zonnestelsels mee te verplaatsen. Maar dat lijkt volgens Sandberg niet het geval bij KIC 8462852. Hij vermoedt dat het  uiteindelijk een natuurlijk fenomeen zal blijken. Tenslotte is het universum vol vreemde dingen.  Onderzoek is al van start  Intussen is de zoektocht naar zelfbewuste BuitenAardsen rond de ster KIC 8462852 al gestart, zo meldt de webplek "Space.com" op 19  oktober (http://www.space.com/30855-alien-life-search-kepler-megastructure.html?cmpid=514630_20151019_54154146&adbid=101531178  10936466&adbpl=fb&adbpr=17610706465). Astronomen zijn begonnen de Allen Telescope Array (A.T.A.) te gebruiken, een systeem van radio-  schotels ongeveer 483 kilometer ten noordoosten van San Franscisco.  Seth Shostak, een senior astronoom van het S.E.T.I.-instituut in Mountain View, California, vertelde "Space.com" geen probleem te hebben  met het gebruiken van de A.T.A. "Ik denk dat we dat moeten doen, voor de zekerheid." "Maar", zo voegde hij er aan toe "Mensen dienen  misschien hun enthousiasme te temperen met de lessen uit de geschiedenis." Hij kwam met het voorbeeld van de pulsars, snelronddraaiende,  superdichte overblijfselen van sterren, die hoogenergetische straling uitzenden. In de 1960-ger jaren, toen de eerste pulsarsignalen werden  ontdekt, interpreteerden sommige wetenschappers ze als uitzendingen van BuitenAardsen. Maar tot dat een dergelijke verklaring wordt  gevonden, zal de zelfbewuste BuitenAardsen-theorie ook op tafel liggen, zelfs als de A.T.A. en andere instrumenten niets vinden. De ster kan  bijvoorbeeld levensvormen ondersteunen, die geen signalen uitstralen, welke wij kunnen oppikken. Of het kan ooit een civilisatie hebben  geherbergd, die nu is uitgestorven, de vreemde megastructuur als een soort monument achterlatend.  Kepler's hoofdtaak van planeet-jagen suggereert dat de Melkweg wemelt van miljoenen rotsachtige, mogelijk bewoonbare planeten. "Het  maakt bijna niet uit waar je je telescoop naar richt, want overal zijn er planeten."  Wat het onderzoek van KIC 8462852, de ster met het ongewone lichtfenomeen, gaat opleveren, is nu afwachten. Zullen het exo-kometen  blijken te zijn, of is er een andere natuurlijke verklaring? Of is het een cultuurlijk fenomeen, veroorzaakt door een BuitenAardse Beschaving?  Omhoog